Warm (zelf)gerookte zalm
Een heerlijke bourgondische borrelhap: zelf gerookte zalm. De moten zalm (met huid) droogdeppen en pekelen met een mengsel van zout, bruine suiker (4 delen zout op 1 deel suiker), dille en wat citroenrasp. Afgedekt in de koelkast zetten, en na ca. 1 uur afspoelen, droogdeppen en onafgedekt 2 uur in de koelkast laten drogen. Roken: een beetje houtmot op de bodem van het rookoventje doen, en de zalm op een stukje bakpapier (op de huidkant) op het rooster leggen. Zet het oventje op een gaspitje op laag vuur, als de houtmot begint te smeulen (roken) het dekseltje dicht schuiven en op de laagste stand ongeveer drie kwartier laten roken. Warm serveren, heerlijk! Elise had er een lekkere tsatsiki bijgemaakt, van Griekse yoghurt, grof geraspte gezouten komkommer, munt, peterselie en slechts één teentje knoflook, en natuurlijk een beetje peper en zout. Hierbij een knapperig vers gebakken Turks brood. Dit alles werd weggespoeld met een lekkere Pinot Grigio di Venezie Bio.
Laatste reacties: