Warmgerookte zalm
Gisteren het rookoventje weer eens gebruikt voor een recept wat ik al eens eerder gemaakt had, en toen al als succesnummer bestempeld werd, dus zeker voor herhaling vatbaar.
Twee mooie moten zalm pekelen met 4 delen zout (200 g), 1 deel bruine basterdsuiker (50 g), wat fijngehakte dille, gekneusde peper, en wat citroenrasp. Bedek de zalm met dit mengsel en laat het minimaal drie kwartier in de koelkast staan. Dan afspoelen, droogdeppen, en op een roostertje onafgedekt in de koelkast laten drogen.
Het roken is eenvoudig: twee eetlepels houtmot (echt heel fijne krullen, liefst bijvoorbeeld een mengsel van eiken en beuken), op de bodem van het rookoventje, daarboven het druipschaaltje, en daarboven het licht ingevette rooster met de moten zalm. Schuif dicht, en het geheel op het vuur zetten, na een paar minuten als het begint te roken het vuurtje laag zetten en de deksel goed dichthouden zodat er geen rook ontsnapt. Je kunt dit zelfs binnen onder de afzuigkap doen.
Na drie kwartier is de zalm heerlijk warm en gaar met een heel lekkere fijne rooksmaak.
Elise had er asperges bijgemaakt, met een simpel doch lekker botersausje, en krieltjes in de schil uit de oven.
We drinken er een heerlijke witte wijn uit de streek bij, een Mergelland Auxerrois.
Toetje: aardbei met slagroom, en daarna natuurlijk koffie met de befaamde ‘Limoncello di Vincenzo’!
We hebben nog lang gezellig nagetafeld…
Laatste reacties: