Procureur, Varkensnek, is – met been – beter bekend als het deel van het varken waar de slager schouder- en halskarbonaden van hakt. De procureur – zonder been dus – wordt vaak gebruikt als mals en sappig braadstuk of om een doorregen rollade van te maken.
Een heel andere bestemming is pulled pork. De procureur wordt dan gemarineerd en urenlang op lage temperatuur gegaard. Vervolgens wordt het met twee vorken uit elkaar getrokken en maakt men er met koolsla en een dressing een maaltijdbroodje van.
Vandaag geen pulled pork (dat ga ik een andere keer proberen) maar gemarineerd met mosterd en rozemarijn, indirect gegaard op de Kamado.
Enkele uren van te voren wordt de procureur gepeperd en gezouten, en ingesmeerd met een mengseltje van 1 deel scherpe mosterd, 1 deel grove mosterd, en flink wat gehakte rozemarijn (uit eigen kruidentuin).
De kamado wordt tot 200 °C opgestookt en klaar gemaakt voor indirect garen. Met de temperatuurmeter wordt de kerntemperatuur gemeten, indirect garen tot 58 °C. Als bijgerecht liet ik broccoliroosjes, beprenkeld met een beetje olie en wat italiaanse en curry kruiden meegaren. Op het laatst het sausje – wat mosterd, beetje rozemarijn, olie en ietsiepietse water – meewarmen.
Laatste reacties: